28 mei 2024
De mentale gezondheid van Twentse jongeren is niet hersteld na de coronapandemie. Ook laten jongeren meer ongezond gedrag zien. Dit blijkt uit de Gezondheidsmonitor Jeugd 2023. 

De Gezondheidsmonitor Jeugd is een onderzoek dat GGD Twente afgelopen najaar uitvoerde onder 9.000 jongeren uit klas 2 en 4 van het voortgezet onderwijs.

Psychische klachten

GGD Twente voert al sinds 2003 elke 4 jaar de Gezondheidsmonitor uit. In 2020 en 2021, tijdens de coronaperiode, werden er extra onderzoeken gedaan. Twintig jaar onderzoek geeft inzicht in de trends op het gebied van gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Twente. Zo zien we dat de mentale gezondheid van jongeren afneemt.

Hoeveel jongeren ervaren psychische klachten?

  • in 2003: 15%
  • in 2023: 26% (1 op de 4 jongeren)

Minder gelukkig, meer stress

Wat we ons daarbij voor moeten stellen, legt onderzoeker Marieke Weernink uit: “Gevoelens als somber zijn of in de put zitten’’. Hoewel het aantal jongeren met psychische klachten sinds de meting in 2021 niet is gestegen, is het zorgwekkend dat deze cijfers niet zijn hersteld of verbeterd. Daarnaast zien we dat vanaf 2019 jongeren zich minder gelukkig en meer gestrest voelen. Dit komt door:

  • school of huiswerk: 35%
  • combinatie van alles wat ze moeten doen: 31%

Meisjes blijken extra kwetsbaar: zij hebben vaker psychische klachten, ervaren meer prestatiedruk en voelen zich minder vaak gelukkig dan jongens.

Meer vapen en roken

Twentse jongeren roken en vapen meer dan de gemiddelde Nederlandse jongere. Hoeveel jongeren hebben ooit gerookt?

  • in 2021: 18%
  • in 2023: 24%

In 2023 heeft 5% dagelijks en 9% wekelijks gerookt. Marieke Weernink: “Naast het roken, zien we ook een nieuwe ontwikkeling: vapen. 36% van de jongeren in Twente heeft ooit gevaped. Opvallend is het verband tussen vapen en sigaretten roken. Van de jongeren die dagelijks rookt, vapet 57% ook dagelijks. Dit dagelijks roken en/of vapen hangt samen met ander ongezond gedrag, zoals vaker dronken of aangeschoten zijn en het gebruik van wiet of hasj. Ook geven vapende/rokende jongeren vaker aan een minder leuke thuissituatie te hebben, bijvoorbeeld door een scheiding van de ouders.”

Belangrijke rol voor ouders

Hanneke Lodewijk, Gezonde School adviseur: “Ouders hebben een belangrijke rol in het voorkomen dat hun kind begint met roken en vapen. Kinderen leren van hun ouders door te kijken en na te doen wat zij zien. Het helpt om zelf het goede voorbeeld te geven.” Lodewijk adviseert ouders om met hun kind te praten over roken en vapen en concrete afspraken te maken.

Scholen kunnen terecht bij:

  • Onze Gezonde School adviseurs: advies over rook- en vapevrij beleid.
  • Tactus Verslavingszorg: preventieprogramma 'Helder op School'.

Ongezond gedrag neemt toe

Jongeren die elke dag ontbijten hebben een betere mentale en fysieke gezondheid. Hoeveel jongeren ontbijten dagelijks?

  • in 2015: 75%
  • in 2023: 58%

Hoeveel jongeren ontbijten (bijna) nooit?

  • in 2015: 6%
  • in 2023: 12%

Ook het risico op problematisch social mediagebruik neemt toe:

  • in 2015: 7%
  • in 2023: 14% (1 op de 7 jongeren)

Dit uit zich in jongeren die een slaaptekort hebben en hun huiswerk afraffelen. Jeugdarts Wafae Lasfar ziet tijdens haar spreekuur regelmatig jongeren in het kader van ziekterverzuim: “Ik spreek jongeren die weinig energie hebben en last van duizeligheid. Bij doorvragen blijkt dat ze niet ontbijten en niet of nauwelijks eten onder schooltijd. Ook geven ze aan 's ochtends hun bed niet uit te kunnen komen, omdat ze nog tot laat op hun mobiel zitten.”

Meer info:

Hoe verder?

De cijfers uit de Gezondheidsmonitor laten zien dat we stevig moeten inzetten op preventie. Het vraagt betrokkenheid en samenwerking van de omgeving van de jongeren. Door een collectieve aanpak kunnen we meer impact maken. Elke school die heeft deelgenomen aan het onderzoek ontvangt een eigen rapport. Dit kan scholen helpen bij het kiezen waar ze hun aandacht op willen richten in hun zorg voor leerlingen. De regionale en gemeentelijke uitkomsten van het onderzoek staan op de website van de Twentse gezondheidsverkenning. Lokale en regionale beleidsmakers kunnen de resultaten van de monitor gebruiken om beleid te maken en onderbouwen.